1. Welkom bij je Loculy tour!

    Wat leuk dat je op pad gaat om de verhalen van deze stad te ontdekken. We hopen dat je zult genieten van de verborgen verhalen, de verrassende weetjes en de levende herinneringen aan het verleden.

    Zo werkt het:

    📲  Swipe om naar de volgende of vorige locatie te gaan, of gebruik de pijltjes.
    📍 Klik op de ‘Route’-knop op elke pagina voor een directe route in Google Maps.
    🖼   Druk op een afbeelding om deze te kunnen inzoomen.

    Mocht er iets onduidelijk zijn, dan kun je Wouter bellen op ‪+31 646142923‬.

    Tijd om te beginnen. Veel plezier!
  2. Hofjes van Leiden

    Hieronder vind je een kaart waarop we voor jou de beste wandelroute hebben uitgestippeld. De bolletjes geven de locaties van je bestemmingen aan. Je kunt de kaart opslaan op je telefoon, er een screenshot van maken, of terug sliden als je ‘m wilt bekijken.
    Tik op de afbeelding om in te zoomen.
  3. 1. Sint Salvatorhof

    Een oase van rust in de stad

    Zodra je de poort van dit hofje in de binnenstad doorgaat, stap je een oase van rust binnen. Het Sint Salvatorhof is bij testament opgericht door priester Paulus Claesz. van de Velde, die uit een rijke Leidse familie van burgemeesters kwam. Hij was een vroom katholiek en wilde zijn vermogen inzetten voor het welzijn van arme en alleenstaande vrouwen. Het hofje werd gesticht in 1639.
    Het Sint Salvatorhofje in 1787.
    Na het overlijden van de priester lieten de executeurs van zijn testament hier een complex van twaalf huisjes bouwen. De kleine huisjes staan rondom een gezamenlijke binnentuin, waar bewoners vroeger water haalden bij een pomp en elkaar ontmoetten voor een dagelijks praatje. In de 17e eeuw gold zo’n hofje als een vorm van sociale zekerheid, lang voordat de overheid daarvoor zorgde.
    Het hofje met een aantal bewoonsters aan het begin van de 20e eeuw.
    Door verval in de jaren '60 van de 20e eeuw was het hofje niet langer geschikt voor bewoning door senioren. Een stichting voor studentenhuisvesting nam het complex over, en tussen 1978 en 1982 vond een ingrijpende renovatie plaats. Sindsdien is het Sint Salvatorhof een levendige plek waar studenten wonen. Het hofje is ook regelmatig het decor voor culturele evenementen, zoals de Leidse Hofjesconcerten. Het Sint Salvatorhof is een prachtig voorbeeld van hoe historisch erfgoed kan worden bewaard en een nieuwe functie kan krijgen in de moderne stad.
    Het hofje nu.
    Tekening 1787, Jacob Timmermans | Foto begin 20e eeuw (fotograaf onbekend): beiden Erfgoed Leiden, public domain.
  4. 2. Sint Stevenshof of Convent van Tetterode

    Het hofje van een bierbrouwer

    Aan de Haarlemmerstraat ligt het Sint Stevenshof, een van de oudste hofjes van Leiden. De stichting gaat terug naar Willem Aerntsz. van Tetrode, een welgestelde brouwer die hier samen met zijn vrouw Christina Arentsdochter woonde. Een interessant feitje: Willem was de broer van een directe overgrootvader van Rembrandt van Rijn, Cornelis Vinck van Tetrode.

    In 1484 kocht hij het huis van zijn buurman om ruimte te maken voor een hofje, bedoeld als rustplek voor oudere en behoeftige echtparen. In 1487 liet Van Tetrode in zijn testament vastleggen dat het hofje na zijn overlijden moest worden gebouwd. Al eerder, in 1461, had hij samen met andere Leidse brouwers het Brouwersgilde opgericht. Dit gilde koos Sint Stefanus als beschermheilige, wat later ook de naam van het hofje verklaart: het Sint Stevenshof.
    Het Stevenshof in 1787.
    Het hofje kreeg dertien huisjes en bood plaats aan twaalf echtparen, die hier in stilte en eenvoud mochten wonen. Zij hadden de plicht om wekelijks een mis bij te wonen in de Onze Lieve Vrouwekerk, waar zij baden voor het zielenheil van Willem van Tetrode en zijn echtgenote. Het dertiende huis was bestemd voor de weduwe van Van Tetrode.
    Een schilderij van het hofje, gemaakt in 1889. Zie je hoeveel er nog hetzelfde is?
    Er waren in de loop van de tijd flink wat herstelwerkzaamheden nodig: tussen 1771 en 1777 is het hofje geheel vernieuwd, omdat het na drie eeuwen bijna uit elkaar viel. In de jaren '80 van de vorige eeuw zijn de huisjes aan de binnenkant opgeknapt en gemoderniseerd. De buitenkanten van de huisjes zijn dus nog nagenoeg zoals ze er in de 18e eeuw bijstonden.

    Wie vandaag het Sint Stevenshof binnenloopt, ervaart meteen een sfeer van ingetogen rust. De binnentuin, met zijn zorgvuldig onderhouden groen en historische details, vormt een prachtig contrast met de levendige winkelstraat erachter. De woningen worden nu sociaal verhuurd door Stichting Hofjes Leiden.
    Het hofje met 3 bewoonsters aan het begin van de 20e eeuw, nagenoeg hetzelfde aanzicht als het schilderij.
    Tekening (Jacob Timmermans, 1787) | Foto begin 20e eeuw (fotograaf onbekend): beiden Erfgoed Leiden, public domain. Schilderij (Max Liebermann, 1889): Wikimedia Commons, public domain.
  5. De Kippenbrug

    Onze route gaat verder over het water, waarbij je over de Kippenbrug loopt. Ruim 200 jaar geleden, aan het begin van de 19e eeuw, is deze tekening gemaakt vanaf deze brug, richting het oosten. Je ziet hierop de Sint Jansbrug en de Visbrug. De Catharinabrug die er nu tussen zit, is er pas sinds 2016. Welke gebouwen herken je nog terug?
    Tik op de afbeelding om in te zoomen.
  6. 3. Catharinahof

    Een verzorgingshuis zo oud als Leiden zelf

    Lang voordat Leiden bekendstond om haar vele hofjes, stond hier al het Sint-Catharinagasthuis. Deze instelling bestond al vóór 1275 en geldt als een van de oudste vormen van sociale zorg in de stad. Het gasthuis bood onderdak aan arme reizigers en zieken, waaronder bedelmonniken en pelgrims die op doortocht waren. Daarnaast fungeerde het als zieken- en verzorgingshuis voor behoeftige inwoners van Leiden. Het gasthuis heeft deze functie vervuld tot 1799, toen het om verschillende redenen werd opgeheven.
    Het Sint Catharina gasthuis in 1567, met in het midden de kapel.
    Het gasthuis had al vanaf het begin een kapel, en deze werd in 1638 in gebruik gegeven aan de Waalse gemeente. Leiden had in de 16e en 17e eeuw namelijk een enorme Franstalige bevolking. Deze was eerst vanwege het Spaanse geweld naar het noorden gevlucht, en een eeuw later nadat koning Lodewijk XIV een einde maakte aan de relatieve geloofsvrijheid in Frankrijk. Nadat het gasthuis werd opgeheven, bleef de kapel. Dit werd de Waalse kerk, en deze staat er nog steeds. Tot op de dag van vandaag vinden hier Franstalige diensten plaats.
    De Waalse kerk in de 18e eeuw. Het gebouw is nog goed terug te herkennen in de kerk zoals die er nu staat.
    In de loop der tijd kreeg het complex verschillende bestemmingen. Zo werd het oude gasthuis in 1872 omgevormd tot de Stadsgehoorzaal, waar lezingen, concerten en bijeenkomsten werden georganiseerd. Het Catharinahof waar u vandaag de dag doorheen kunt lopen, is een zeer recente ontwikkeling; het is ontstaan als onderdeel van het herontwikkelingsproject van de Catharinasteeg en het omliggende gebied. Het werd rond 2017-2018 voor het publiek toegankelijk gemaakt. Tegenwoordig vormt het Catharinahof een unieke plek waar historie, cultuur en stilte elkaar ontmoeten.
    De Breestraat in 1880, ongeveer hetzelfde aanzicht als in de tekening erboven.
    Lithografie van het gasthuis in 1567 (1783, C. Brouwer) | Waalse kerk in de 18e eeuw, kopergravure (C.F. Bendorp) | Foto 1880: allen Erfgoed Leiden, public domain.
  7. 4. Jean Michelhof

    Een hofje voor de Waalse Leidenaren

    Het Jean Michelhof wordt ook wel het Jan Michielshof genoemd. De stichter van dit hofje was namelijk een gevluchte Hugenoot uit Wallonië (Zuid-België), die in Leiden was neergestreken, en al snel zijn naam vernederlandsde. Met zijn vrouw Catarina Geschier maakte hij de afspraak dat wie het langst leefde, een hofje zou stichten voor de Walen in Leiden. In 1686 kocht de inmiddels genaamde Jan Michielsz hiervoor een aantal zeventiende-eeuwse huisjes achter een poort aan de Pieterskerkstraat. Nadat Jan overleed kocht Catarina er nog een paar huisjes bij, en stichtte zij het hofje. Na haar overlijden werd aan de bouw van het hofje begonnen.
    Het Michelhof rond 1787.
    De panden werden verbouwd tot een nieuw hofje dat specifiek bedoeld was voor de huisvesting van vier echtparen en acht vrouwen, waaronder ongehuwden en weduwen. Een voorwaarde was dat zij allen lid moesten zijn van de Waalse Gereformeerde Kerk. In 1694 was het hofje officieel af. Het jaartal 1610 dat boven de deur van het hofje staat, geeft de leeftijd van het pand weer. Deze gevelsteen zat er al toen Jan het pand kocht.
    Het Michelhof aan het einde van de 19e eeuw.
    In 1962 werd het hofje aangekocht ten behoeve van studentenhuisvesting, waarmee sloop werd voorkomen. De laatste restauratie van het hofje vond plaats in 1987, en sindsdien wordt het bewoond door studenten.
    Tekening (Jacob Timmermans, 1787) | Foto (maker onbekend, einde 19e eeuw): beiden Erfgoed Leiden, public domain.
  8. 5. Pieter Gerritz. van der Speckhof

    Een timmerman met een warm hart

    De stichter van dit hofje was Pieter Gerritsz. Speck, een rijke timmerman. Hij was onder meer rentmeester van de kerken en was betrokken bij de bouw van de toren van de St. Stevenskerk in Nijmegen. In Leiden had Speck een talent voor het aankopen van huizen. Hij merkte op dat veel arme bejaarden in slechte woonomstandigheden leefden. Tegen het einde van zijn leven bouwde hij zelf een hofje achter zijn huis aan de Langebrug.
    Het van der Speckhofje in 1787.
    Speck financierde het hofje met eigen geld, afkomstig uit aandelen in de VOC. In zijn testament van 1645 regelde hij de verdere stichting en exploitatie van het hofje, expliciet bedoeld voor "arme, eerlijcke, deugdzame luiden". Door de beperkte omvang van het terrein bij zijn woning is het hofje vrij klein gebleven en bestaat het uit slechts enkele huisjes.
    Het hofje rond 1900.
    In 1977 werd het hofje gerestaureerd. De acht oorspronkelijke huisjes werden toen samengevoegd en omgebouwd tot vier woningen, die sindsdien door studenten worden bewoond.
    Tekening (Jacob Timmermans, 1787): Erfgoed Leiden, public domain. Foto (maker onbekend, ca. 1900): Beeldbank HVOL, public domain.
  9. 6. Jean Pesijnhof

    Een borstelmaker uit Frankrijk

    De geschiedenis van de locatie van het Pesijnhof gaat terug tot 1611, nog voordat Jean Pesijn geboren was. Tussen 1611 en 1625 woonden hier de Pilgrim Fathers, religieuze vluchtelingen uit Engeland. Jean Pesijn, zelf een religieuze vluchteling uit de omgeving van Calais (Noord-Frankrijk), streek uiteindelijk neer in Leiden, en werd hier een welgestelde borstelmaker. Na de pestepidemie van 1655, waarbij zijn eerste vrouw omkwam, trouwde hij met zijn tweede vrouw Marie de Lannoy en werd zijn naam Jan Pesijn. Samen besloten ze een hofje te stichten voor oudere leden van de Waalse kerk.
    Het Pesijnhofje in 1787.
    Na de dood van haar man kocht Marie de inmiddels vervallen huisjes achter de Engelse Poort; die naam was een eerbetoon aan de eerdere bewoners. In 1681 overleed Marie, en de executeurs kochten en sloopten twee aangrenzende huizen om plaats te maken voor het hofje. De bouw hiervan werd afgerond in 1683. Tot de tweede helft van de 20e eeuw werd het hofje bewoond door ouderen, tot de huisjes aan renovatie toe waren. Sindsdien wonen er studenten in het hofje.
    Marie de Lannoy.
    Het hofje wordt afgesloten door een poortgebouw met een centrale schoorsteen en een hardstenen ingangspoort, waarboven zich de regentenkamer bevindt. In het hofje vind je een zonnewijzer uit 1924.
    Het Pesijnhofje aan het begin van de 20e eeuw.
    Tekening (Jacob Timmermans, 1787) | Schilderij (maker onbekend, 17e eeuw) | Foto (fotograaf onbekend): allen Erfgoed Leiden, public domain.
  10. 7. Brouchovenhof

    Een vrouw met een warm hart

    Het Brouchovenhof dankt zijn bestaan aan Anna van Brouchoven, een vrouw met een warm hart voor de armen. Zij vroeg haar broer Jacob van Brouchoven om huisjes te bouwen waar behoeftige ouderen gratis mochten wonen. Anna overleed in 1626, en Jacob begon in 1639 met de bouw van het hofje.

    Het ontwerp voor het hofje werd gemaakt door stadsarchitect Arent van ’s-Gravensande, een bekende Leidse bouwmeester. Hij ontwierp veertien kleine woningen (waar er later nog twee aan toegevoegd werden) die in die tijd uit slechts één verdieping bestonden. Het hofje werd destijds gebouwd aan een gracht (de Papengracht), maar deze werd in 1668 gedempt.
    Jacob en Anna van Brouchoven, 1626.
    Het bouwen van het hofje kwam Jacob overigens goed uit. Hij was ooit een strenge, calvinistische burgemeester van Leiden, die zonder dit hofje de geschiedenis in was gegaan als vervolger van de remonstranten. Ook liet hij het hofje na zijn dood in 1642 na aan het stadsbestuur van Leiden, wat het hofje direct een enorme status gaf. De belangrijkste mannen van de stad werden verantwoordelijk voor het hofje en de bewoners, en niet geheel toevallig hadden familieleden van de Brouchovens voorrang op een woning.
    Het hofje in 1787.
    Tot de jaren '70 van de vorige eeuw werden de huisjes bewoond door bejaarden, tot het hofje echt toe was aan renovatie. De huisjes werden flink onder handen genomen, maar hiermee nam ook de huur toe. Nadat er onder bejaarden niet echt meer animo was voor de woningen, werd het opengesteld voor de huisvesting van mensen van alle leeftijden.
    Het hofje rond 1900.
    Portretten (beiden in 1626 geschilderd door Jan van Ravesteyn) | Tekening (Jacob Timmermans, 1787) | Foto hofje 1900 (fotograaf onbekend): allen Wikimedia Commons, public domain. Kleurenfoto hofje, bewerkt (Effeietsanders): Wikimedia commons, CC BY-SA 3.0.
  11. 8. Eva Van Hoogeveenhof

    Op zoek naar kuise maagden

    Eva van Hoogeveen stamde uit een zeer invloedrijke en welgestelde Leidse regentenfamilie. Haar vader was een zeer voornaam man in Leiden en bekleedde meerdere belangrijke publieke functies, waaronder die van burgemeester. De rijkdom en de hoge sociale status van haar ouders lieten haar een aanzienlijk kapitaal na.
    Een portret van Eva van Hoogeveen.
    Ondanks haar rijkdom voelde ze compassie voor vrouwen die het minder breed hadden. In haar testament bepaalde ze dat haar nalatenschap gebruikt moest worden om woningen te bouwen voor vrouwen van veertig jaar en ouder, zonder man om voor hen te zorgen. Eva was zelf een 'kuise maagd', en ze liet dan ook vastleggen dat het hofje bewoond moest gaan worden door 'kuise maagden en eerbare weduwen'.

    Na haar overlijden in 1652 voerden haar executeurs haar wens uit. Ze kochten verschillende bouwkavels aan de Doelensteeg en gaven de stadsarchitect Arent van ’s-Gravensande de opdracht om het hofje te ontwerpen. Tussen 1654 en 1655 verrezen hier twee rijen van elk zes huisjes, gescheiden door een nette binnentuin waar de bewoonsters elkaar konden ontmoeten.
    Het hofje, getekend in 1787.
    Het verhaal gaat dat de regenten tot hun frustratie geen twaalf kuise maagden van 40 jaar en ouder konden vinden in heel Leiden. Ze hebben daarom uiteindelijk de focus verlegd naar de tweede categorie: de eerbare weduwen.

    Het Eva van Hoogeveenhof ademt nog steeds de sfeer van rust en zorgzaamheid die Eva met haar gift wilde nalaten. Tot aan 1971 was dit hofje een veilige haven voor ouderen en armen. Vandaag de dag wordt het hofje bestuurd door een stichting, die het beheer heeft over de bewoners. Het is nu beschikbaar voor iedereen die hier zou willen wonen.
    Het hofje aan het begin van de 20e eeuw.
    Portret Eva (maker onbekend, ca. 1645) | Tekening (Jacob Timmermans, 1787) | Zwartwit foto (fotograaf onbekend, begin 20e eeuw): allen Erfgoed Leiden, public domain.
  12. De Doelenbrug

    De route gaat verder over de Doelenbrug. Als je midden op de brug blijft staan en in de richting van de verdergaande route kijkt, zal je zien dat deze foto hier is genomen. Al stamt dit straatbeeld uit nog vóór 1900, de tijd lijkt hier stil te hebben gestaan. Zie je hoe vrijwel alle huizen nog hetzelfde zijn? Zelfs het metalen hekwerkje aan de linkerkant is er nog.
    Tik op de afbeelding om in te zoomen.
  13. 9. Sint Annahof

    Een hofje voor 13 vrome vrouwen.

    Het Sint Annahof, ook bekend als de Joostenpoort (en niet te verwarren met het Sint Anna Aalmoeshuis), is een van de oudste hofjes in Leiden. Het is in 1503 bij testament gesticht door Joost Hendrickxz. van der Stijpen van Duivelandt. De stichting gebeurde conform zijn wens door zijn vrouw en zoons.
    Het Sint Annahofje in 1787.
    Het hofje werd oorspronkelijk gesticht met dertien huisjes. Dit was geen willekeurig getal. In de middeleeuwse katholieke traditie verwees dit symbolische getal vaak naar Christus en zijn twaalf apostelen, een teken van vroomheid van de stichters.

    Het hofje was bedoeld voor de huisvesting van dertien weduwen of maagden. De voorwaarden voor toelating waren dat zij ouder dan 40 jaar moesten zijn en ‘van onbesproken gedrag’.
    Het Sint Annahofje tegen het einde van de 19e eeuw.
    In tegenstelling tot veel andere Leidse hofjes die zijn ingericht voor studenten, wordt het Sint Annahofje nog steeds beheerd door een particuliere stichting met regenten. Het heeft zijn oorspronkelijke sociale functie dus behouden en is geen studentenhofje geworden.
    De Zegersteeg, net naast de poort van het Sint Annahofje, tevens tegen het einde van de 19e eeuw. De gebouwen in de steeg zijn veranderd, maar de straatstenen liggen er nog.
    Tekening (Jacob Timmermans, 1787) | Foto’s (fotograaf onbekend, tussen 1876 en 1906): beiden Wikimedia Commons, public domain.
  14. 10. Sint Jacobs- of Crayenboschhof

    Een staalmeester met een passie voor stoffen

    De stichter van dit hofje is Gomarus Jacobsz. van Crayenbosch, een vermogende lakenhandelaar die aan de Hoogstraat woonde. Hij liet na zijn dood geld na voor de stichting van een hofje, bedoeld voor arme, rooms-katholieke echtparen. Vanwege het calvinistische bewind in Leiden ten tijde van de stichting, kon Gomarus in zijn testament niet vastleggen dat het hofje alleen voor katholieke stadgenoten was. Hij bepaalde daarom dat hij enkel trouwe rooms-katholieke stadgenoten als regenten wilde benoemen.
    Van Crayenbosch in 1675, uit een schilderij genaamd “De Staalmeesters”.
    De executeurs konden in de reeds volgebouwde stad geen geschikte locatie vinden voor een rij huizen. Daarom moesten zij genoegen nemen met de bouw van slechts zes huisjes, een regentenkamer en een poortgebouw.

    In de eeuwen daarna is het nog wel flink uitgebreid; in 1863 werden er vijf huisjes bijgebouwd, in 1879 een twaalfde huisje, en in de 20e eeuw zijn er huisjes samengevoegd en ook weer bijgebouwd.
    Het Jacobshofje in 1787.
    De afbeelding van Crayenbosch komt uit een schilderij waarop vijf staalmeesters te zien zijn. De staalmeesters waren de ultieme kwaliteitscontroleurs in de lakenindustrie, en niet iedereen kon staalmeester worden. Het was een erebaan die uitsluitend was weggelegd voor de meest succesvolle en gerespecteerde mannen binnen het lakengilde. Bijzonder aan Crayenbosch was, dat hij tussen 1661 en 1671 een stalenboek bijhield, het "Stuck Boeck". Hierin noteerde hij zijn lakenhandel, en plakte hij echte lakenmonsters in allerlei kleuren. Dat is erg bijzonder, omdat er nagenoeg geen Leids laken bewaard is gebleven.
    Het Stuck Boeck van Van Crayenbosch.
    Schilderij “De Staalmeesters” (Jan de Baen, 1675): Museum de Lakenhal, public domain. Tekening (Jacob Timmermans, 1787) | Foto poort 1900 (fotograaf onbekend): beiden Wikimedia Commons, public domain. Foto Stuck Boeck (fotograaf onbekend): Wikimedia commons, CC BY-SA 3.0. Foto 1963 (Gerard Dukker): Wikimedia commons, CC BY-SA 4.0.
  15. 11. Barend van Namenhof

    Het 'Villahof'

    Het Barend van Namenhof werd in 1730 gesticht door lakenkoopman Barend van Namen. Het hofje was oorspronkelijk bestemd voor twaalf kinderloze echtparen die ouder waren dan vijftig jaar en lid van de Nederduits-Gereformeerde kerk.
    Het Namenhofje in 1788.
    Het hofje is hierna meerdere keren verbouwd: voor het eerst in 1788, en het is rigoureus herbouwd in 1915, op initiatief van een van de regenten. Dit was Carel Pape, een rechtsgeleerde en kunstverzamelaar. Het hofje was destijds erg vervallen, en Pape betaalde uit eigen middelen voor een nieuw ontwerp. Hij liet het bouwen door architect Willem Cornelis Mulder, die al eerder het Bethlehems Hofje had vernieuwd.
    Het hofje in 1974.
    Na de herbouw zag het hofje er zo goed uit dat het Barend van Namenhofje de bijnaam 'villahof' kreeg. Ondanks de prachtige en kostbare herbouw in 1915 is het Barend van Namenhof altijd trouw gebleven aan zijn oorspronkelijke, sociale doel: het was en bleef bedoeld voor "minvermogende" oudere echtparen en weduwen.

    Tegenwoordig wordt het hofje beheerd door Stichting Hofje Barend van Namen, en is het niet meer alleen beschikbaar voor mensen uit een bepaalde doelgroep.
    Tekening (Jacob Timmermans, 1788): Wikimedia Commons, public domain. Foto 1974 (fotograaf onbekend): Erfgoed Leiden, cc-0. Foto hofje met groen, bewerkt (Wim van Herpen): CC BY-SA 3.0.
  16. 12. Bethlehemshof

    Het hofje dat verhuisde

    Het Bethlehemshof is een hofje met zestien woningen dat nu aan het Levendaal staat, maar ooit gesticht is op een andere plek. De Leidse koopman Gerrit Frankens van Hoogmade stichtte het hofje oorspronkelijk in 1631 op een andere locatie in de stad, aan de Langegracht. Van Hoogmade stichtte het hofje voor zijn "broers en zusters" van de Waterlandse Doopsgezinde gemeente.
    Het Bethlehemshof in 1787.
    Het hofje aan het Levendaal, destijds 'Den Houcksteen', werd in 1660 opgericht door de Vlaamse Doopsgezinde Gemeente. In 1701 fuseerden beide doopsgezinde gemeenten. Een eeuw later, in 1811, werd het financieel en praktisch te lastig om de twee aparte hofjes te blijven beheren. Toen werd de knoop doorgehakt: beide hofjes werden financieel verenigd onder de naam Bethlehem.

    Een van de hofjes moest 'verhuizen'. Het hofje aan het Levendaal bleef, en het oorspronkelijke Bethlehemhof aan de Langegracht werd verkocht. In 1897 vond er een grote verbouwing plaats: de straatkant van het 'nieuwe' hofje werd van een eigen gevel voorzien en de huisjes kregen een bovenverdieping.
    Het Bethlehemshof aan het begin van de 20e eeuw.
    Het hofje beschikt over een opvallende gevelsteen; de gevelsteen waar 'Bethlehem' op staat, is afkomstig van de Langegracht en is gecombineerd met de originele gevelsteen van het oude Houcksteen hofje. In 1978 is het hofje gerestaureerd, maar gelukkig bleef het 17e-eeuwse karakter behouden. Het hofje wordt nu bewoond door studenten.
    Tekening (Jacob Timmermans, 1787) | Foto begin 19e eeuw (fotograaf onbekend): beiden Erfgoed Leiden, public domain.
  17. 13. Tevelingshof of Karel Tevelshof

    Een ruitvormig hofje

    Dit hofje maakt de route ongeveer 500 meter langer. Je kunt ervoor kiezen om het over te slaan, al is de aanbevolen route na dit hofje wel erg leuk.

    Het Tevelingshof is gesticht door de gebroeders Jacob en Charles Tevel. Het was Charles (Carel) Tevel die in 1655, tijdens een zware pestepidemie, in zijn testament liet vastleggen dat er een hofje gebouwd moest worden. Hij benoemde zijn broer Jacob tot zijn erfgenaam met de opdracht om na zijn dood een hofje van twaalf huisjes te stichten voor kinderloze echtparen. In 1666 was de bouw eindelijk voltooid. Samen met zijn vrouw liet Jacob het hofje later nog eens uitbreiden: in 1679 waren er 8 huisjes bij gebouwd.
    V.l.n.r: Charles Tevel, Jacob Tevel, en zijn echtgenote Elisabeth van der Vinct.
    De architectuur van het hofje is bijzonder. Om de beschikbare grond optimaal te benutten, ontwierp architect Willem van der Helm het complex in een ruitvorm. Deze ruitvorm is een terugkerend thema in het ontwerp: het stukje grond rond de waterpomp is ruitvormig, de vloertegels in de hal volgen een ruitpatroon, en zelfs de putdeksels zijn ruitvormig.
    Het Tevelingshofje in 1787.
    Deze consequent doorgevoerde scheefheid maakt het Tevelingshof architectonisch uniek in Leiden. Een mooi voorbeeld van hoe een beperking door een slim ontwerp kan worden omgezet in het meest kenmerkende en charmante onderdeel van het gebouw.
    Een originele bouwtekening van het hofje.
    Portretten (17e eeuw) | Tekening (Jacob Timmermans, 1787) | Bouwtekening (17e eeuw): allen Erfgoed Leiden, public domain. Bewoners (begin 20e eeuw): Wikimedia Commons, public domain. Foto hofje nu (bewerkt): Biccie, CC BY-SA 3.0.
  18. 14. Sint Anna Aalmoeshuis

    Een hofje met een hele bijzondere kapel

    Het Sint Anna Aalmoeshuis, of simpelweg het Sint Annahofje, is een van meest opmerkelijke hofjes van de stad. Niet alleen is het een van de oudste zorgcomplexen voor minder bedeelden, er werd ook een kapel in het hofje gebouwd, én het geheel is bijzonder goed bewaard gebleven.

    Het Sint Annahofje is de erfenis van de rijke bierbrouwer en tevens oud-burgemeester van Leiden, Willem Claesz. In 1487 kocht hij een complex met woningen aan de Hoogstraat. Na zijn overlijden in 1491 zorgden zijn drie kinderen ervoor dat het hofje een feit werd. Het werd een tehuis met twaalf huisjes voor twaalf arme, oudere vrouwen. Een dertiende huis was bestemd voor de 'moeder' of opzichteres. Dit symbolische aantal verwijst naar Christus en zijn twaalf apostelen.
    Het hofje in 1787.
    Pas in 1509 was de kapel af. Dit kwam door onenigheid met de belangrijke Sint-Pancraskerk (de Hooglandse Kerk) over de bouw van een eigen, privékapel in het hofje. Na het maken van strikte afspraken werd de bouw goedgekeurd. Een van deze regels was dat enkel hofjesbewoonsters (dertien vrouwen) de missen bij mochten wonen.

    De laatgotische kapel is tegelijkertijd het meest bijzondere aan het Sint Annahofje. Deze kapel is zo bijzonder omdat het een van de weinige katholieke kapellen in Leiden is die tijdens de beeldenstorm heel is gebleven. Terwijl de meeste katholieke kerken werden verwoest of omgebouwd voor protestants gebruik, bleef deze privékapel in haar oorspronkelijke staat, omdat de plunderaars de kapel simpelweg over het hoofd zagen. Hierdoor is het enige originele Leidse altaar uit de 15e eeuw hier nog steeds te bekijken*, en de ramen bevatten het oudste gebrandschilderd glas van Nederland.
    *De kapel is nu een klein museum, en tegen een kleine vergoeding is het op zaterdagmiddag tussen 14.00 en 16.00 uur te bezichtigen.
    De bewoonsters van het hofje, einde 19e eeuw.
    Het hofje heeft in de loop der eeuwen meerdere malen ingrijpende restauraties ondergaan. In 1939 werd een deel van de slechte bouwkundige staat gesloopt, afgebroken en herbouwd, waarbij zoveel mogelijk van de oude materialen werden hergebruikt. In 1982/83 werden de huisjes intern gemoderniseerd. Het Sint Annahofje heeft zijn oorspronkelijke sociale functie grotendeels behouden. Het wordt nog steeds beheerd door een college van regenten en biedt huisvesting aan oudere vrouwen.
    Een schilderij van het hofje rond het einde van de 19e eeuw.
    Tekeningen (Jacob Timmermans, 1787) | Foto bewoonsters (einde 19e eeuw): beiden Erfgoed Leiden, Public domain. Schilderij (T.W. Ouwerkerk, ca. 1900): Museum de Lakenhal, public domain.
  19. 15. Schachtenhof

    De welvarende winkelier die ooit wees was

    Het Schachtenhof is een testament van dankbaarheid. Het werd in 1664 gesticht door Anthonis Jacobsz. van der Schacht, die zijn jeugd doorbracht in het weeshuis van Leiden en in armoede opgroeide. Nadat hij het weeshuis verliet, werkte hij zich op van 'nastelingmaker' (maker van veters en band) tot een welvarende winkelier die meerdere huizen en zelfs een familiegraf in de prestigieuze Pieterskerk kon kopen.

    Van der Schacht investeerde in 1658 in een vijftal huisjes aan de Middelstegracht om zijn hofjesdroom te realiseren. Hij liet in zijn testament vastleggen dat de huisjes na zijn dood afgebroken mochten worden om plaats te maken voor het hofje dat hij voor ogen had: een hofje bestaand uit twaalf huisjes.
    Het hofje vanaf de gracht in 1787.
    De moeilijke start in het leven van Van der Schacht is de directe aanleiding geweest voor de stichting van zijn hofje. Uit zijn testament blijkt een duidelijke wens om terug te geven en te zorgen voor mensen met een vergelijkbare achtergrond. De huisjes in zijn hofje waren met voorrang bestemd voor zijn eigen familieleden en die van zijn vrouw, en personen die, net als hij, in het weeshuis van Leiden waren opgegroeid.

    De pomp in het hofje dateert uit 1730. Het bijzondere aan deze pomp is dat het een dubbele pomp is; hij heeft twee zwengels en twee tuiten, die verbonden waren met twee aparte waterbronnen. De zwengel met een P was verbonden aan een waterput met grondwater (P voor pompwater), de zwengel met een R was verbonden aan en een grote waterkelder voor de opslag van regenwater.
    De ingang van het hof in 1907.
    In 1951 en 1977 is het hofje gerenoveerd en gerestaureerd. In 1969 is het verkocht aan een stichting die huisvesting voor studenten faciliteert, en tot op heden wonen er studenten in het hofje.
    Boven de poort zijn nog steeds in steen gehouwen versieringen te zien die verwijzen naar zijn vak: linten en passementen.
    Bewoonsters in 1944.
    Tekening (Jacob Timmermans, 1787) : Foto 1944: beiden Erfgoed Leiden, public domain. Foto 1907 (bijgesneden): J. Goedeljee, CC BY-SA 4.0.
  20. 16. Francois Houttijnhof

    Het hofje dat bijna vergeten was

    Achter het François Houttijnhof schuilt een ongewoon verhaal over een langdurige strijd rondom een erfenis. De stichter, François Houttijn, liet in zijn testament van 1685 vastleggen dat zijn nalatenschap gebruikt moest worden voor de bouw van een hofje. Hij droeg de taak over aan zijn broer Pieter en dochter Maria. Helaas overleden zij beiden voordat de bouw van het hofje kon beginnen.

    Het testament bepaalde dat in het geval van het overlijden van de erfgenamen, de taak zou overgaan op de ouderlingen van de Remonstrantse Gemeente, waar Houttijn zelf toe behoorde. De ouderlingen besloten echter de wens van de stichter te negeren, omdat er dringend fondsen nodig voor de renovatie van de woningen van een ander hofje: de Joost Frans van der Lindenpoort.
    Het hofje in 1787.
    Pas in 1736, ruim 50 jaar na het overleden van Houttijn, ontdekte de ijverige ouderling Dorremans dat het testament van François Houttijn nooit was uitgevoerd. Dorremans was vastbesloten om het hofje alsnog te laten realiseren. Hij confronteerde het bestuur van de gemeente met deze ontdekking en drong er met succes op aan om de laatste wil van de erflater alsnog uit te voeren.

    Het hofje werd uiteindelijk gebouwd in 1737. Na eeuwenlang bejaarden te hebben gehuisvest, werd het hofje in 1965 verkocht aan de stichting Leidse Studentenhuisvesting. Het complex werd vervolgens gerestaureerd en huisvest sindsdien studenten.
    Het hofje nu.
    Het verhaal van het François Houttijnhof is een fascinerend voorbeeld van hoe een laatste wens na een lange en onverwachte omweg toch in vervulling kan gaan.
    Tekening (Jacob Timmermans, 1787): Erfgoed Leiden, public domain. Foto 1944: erfgoed Leiden, cc-0.
  21. De Hooigracht en Gepekte Brug

    Op weg naar het volgende hofje kom je langs de plek waar deze foto is genomen, het einde van de Hooigracht. De foto stamt uit het einde van de 19e eeuw, en de huisjes die vooraan te zien zijn, zijn helaas allemaal gesloopt om ruimte te maken. Toch kun je de foto hier nog plaatsen als je goed kijkt naar het hoekhuis achter de brug (de Gepekte Brug); dit huis staat er nog precies zo.
    Tik op de afbeelding om in te zoomen.
  22. 17. Sint Janshof of Van der Laenhof

    Een hofje met een opmerkelijke buurman

    Het Sint Janshof werd in 1504 gesticht in opdracht van Jan Stoop Kerstiaanszoon en zijn vrouw Claertgen. Het hofje was bedoeld om huisvesting te bieden aan "nette mensen die door tegenslag aan lager wal waren geraakt". Het oorspronkelijke hofje bestond uit zeven huisjes voor alleenstaande vrouwen, zes huisjes voor echtparen, een regentenkamer, en één huisje dat verhuurd werd ten behoeve van de hofjeskas.

    In 1565 droegen de erven van de stichters het beheer van het hofje over aan Mr. Geraert van der Laen. Hij gaf in datzelfde jaar opdracht voor de nieuwbouw van de huisjes, het poortgebouw en de regentenkamer. Na zijn plotselinge dood werd de naam van het hofje gewijzigd in het Sint Jans- of Van der Laenhof.
    Het hofje in 1787.
    Van 1654 tot 1934 had het hofje een kerk als buurman. Van 1654 tot 1839 was dit aan de buitenkant niet zichtbaar; na de Reformatie was het katholieke geloof officieel niet toegestaan en vonden hier diensten in het geheim plaats. Deze katholieke schuilkerk heette 'de Vergulde Zon'. Na de godsdienstvrijheid werd in 1839 op deze plek een officiële kerk gebouwd, de Rooms-Katholieke O.L. Vrouw Hemelvaartkerk, in de volksmond beter bekend als de Mon Pèrekerk.
    Het hofje aan het begin van de 20e eeuw, met zicht op de Mon Pèrekerk.
    Het hofje is in twee fasen vrijwel volledig afgebroken en herbouwd: in 1901 werden de huizen aan de voorzijde (langs de Haarlemmerstraat) aangepakt, en in 1909 volgde de herbouw van de huizen aan de achterzijde.

    De laatste renovatie van het hofje vond plaats in 1984. Het hofje bestaat nu uit vijftien huurwoningen en is aangewezen als een gemeentelijk monument.
    Het hofje aan het begin van de 20e eeuw.
    Tekening (Jacob Timmermans, 1787) | Foto’s begin 20e eeuw (fotograaf onbekend): alles Erfgoed Leiden, public domain. Foto Haarlemmerstraat (fotograaf onbekend): Wikimedia Commons, public domain.
  23. 18. Joost Frans van der Lindenpoort

    Gered met 'verkeerd' geld

    DIT HOFJE IS OP DIT MOMENT IN ONDERHOUD. Het is te betreden, maar staat in de steigers. Je kunt zelf kiezen of je het bezoekt of overslaat.

    De stichter van dit hofje, Joost Frans van der Linden, bezat een 'poort' (een soort steegje met huisjes, te bereiken via een stenen poort) aan de Marendorpse Achtergracht (nu de Werfstraat). In zijn testament van 1668 gaf hij de opdracht om van deze poort een hofje te maken. In het testament stond dat de genoemde "huyskens ende hare erven eewiglyk by arme luien, voor niet en sonder huer daer voor te geven," zouden worden bewoond. Dit betekende dat de huisjes gratis door arme mensen bewoond zouden gaan worden.
    Het hofje in 1787. Hierop is de stenen poort nog te zien die toegang bood aan het hofje.
    Van der Linden was echter een cruciaal punt vergeten in zijn testament: hij liet amper geld na voor het onderhoud, en de huisjes raakten al snel in verval. De redding kwam in 1691 door een legaat dat via François Houttijn toekwam aan de Remonstrantse Gemeente. Hoewel dit geld eigenlijk bestemd was voor de bouw van een eigen hofje (het latere Houttijnhof), besloten de regenten het geld te gebruiken voor de broodnodige opknapbeurt van het Van der Lindenhofje.
    Het hofje in 1973.
    De huisjes werden hierdoor grondig opgeknapt. De bewoners kregen, zoals gebruikelijk in een hofje, daarnaast regelmatig toebedelingen van eten, brandstof of geld. Uiteindelijk werd, zoals je al gezien hebt, in 1736 het hofje dat Houttijn voor ogen had alsnog gebouwd.

    De huisjes in het Lindenshofje worden vandaag de dag verhuurd, en vallen onder sociale huur.
    De poort van het hofje in de 19e eeuw.
    Tekening (Jacob Timmermans, 1787) | Kunstwerkje 19e eeuw (J.E. Kikkert): beiden Erfgoed Leiden, public domain. Het hofje in 1973 (fotograaf onbekend): Erfgoed Leiden, cc-0. Foto gevelsteen, bewerkt (Rudolphous): Wikimedia commons, CC BY-SA 3.0.
  24. 19. Meermansburghof

    Het grootste hof van Leiden

    Het Meermansburghof is het grootste hofje van Leiden. Deze locatie was in de middeleeuwen de plek van het klooster Nazareth. Dit klooster werd in 1574 onteigend na het Leids Ontzet en kort daarna afgebroken. Deze plek werd een project van de stad om armen te huisvesten, en er kwam er een complex van 63 kleine woningen. De bouw vond plaats rond 1582.

    Een eeuw later was er weinig over van deze huisjes. In 1680 lieten VOC-bewindhebber Maarten Meerman en zijn vrouw Helena Verburg de bouwvallige woningen afbreken om er een hofje te bouwen. Het hofje was bedoeld voor de huisvesting van hulpbehoevende en eenzame, ongetrouwde vrouwen van 40 jaar en ouder.
    De poort van het hof in de 18e eeuw. Een kopergravure, later ingekleurd.
    Tussen 1778 en 1780 werd het hof verbouwd en kreeg de regentenkamer een prachtig stucplafond. Een blikvanger op de binnenplaats is de hardstenen pomp, die wordt bekroond met een burcht en een daarboven geplaatste meerman (een zeewezen). De meerman zie je overigens op meer plekken terug.
    De kade met een deel van de poort rond 1900.
    De laatste ingrijpende restauratie van het Meermansburg vond plaats tussen 1977 en 1979. Tegenwoordig beheert de Stichting Meermansburg het hofje, en worden de woningen in het Meermansburg voornamelijk bewoond door alleenstaande vrouwen.
    Het hofje rond 1900.
    Kopergravure (Abraham Rademaker, 18e eeuw) | Foto’s 1900 (fotografen onbekend): allen Erfgoed Leiden, pulic domain.
  25. 20. Van Assendelftshof

    Luie erfgenamen

    Het Van Assendeltshof (ook bekend als het Hof van Bartholomeus van Assendelft) werd in 1624 gesticht volgens het testament van houthandelaar Bartholomeus Willemszn. van Assendelft en zijn weduwe Geertruyd Pietersdr. van der Werff. Het hofje was bedoeld voor de huisvesting van mannen én vrouwen, bij voorkeur (arme) vrienden van de stichter.

    Waarschijnlijk hadden de erfgenamen, die geen deadline hadden voor de bouw, niet zo'n haast met de voltooiing van dit hofje. Pas in 1681 werd er begonnen met de bouw, nadat ze een al bestaand hofje opkochten. In 1762 werd de bestaande poort aan de Langegracht verbouwd, maar op dit punt waren er nog maar elf van de vijftien huisjes voltooid, en meer huisjes zijn er tot 1837 ook niet gekomen.
    Het hofje in 1787.
    Een zware voorjaarsstorm in 1837 maakte een bijna complete vernieuwing van het complex noodzakelijk. De stichting had genoeg financiële middelen om dit zelf te kunnen bekostigen.

    In 1968 telde het hofje nog slechts twee bejaarde bewoners; het complex was vrijwel onbewoonbaar geworden. Daarna stond het een tijd leeg en werden de ruimtes verhuurd aan een nabijgelegen flessenpakhuis en een distilleerderij.
    Het hofje met een aantal bewoners rond 1900.
    Toen het gebouw op het punt stond in te storten, werd het in 1974 gered door een vereniging voor studentenhuisvesting, en ingrijpend gerestaureerd. Tegenwoordig wonen er studenten in de woningen, maar heeft het hofje ook nog steeds twee regenten die verantwoordelijk zijn voor het beheer en de verhuur.
    Het hofje nu.
    Tekening (Jacob Timmermans, 1787): Erfgoed Leiden, public domain. Foto 1900 (fotograaf onbekend): Wikimedia Commons, public domain.
  26. Je hebt de route voltooid!

    Namens het team van Loculy: bedankt dat je met ons op pad bent gegaan. We hopen dat je hebt genoten van de verhalen, de verborgen plekken en de geheimen van de stad.

    Mocht je nog vragen hebben of iets willen delen over je ervaring, dan kun je altijd contact opnemen met Wouter: ‪+31 646142923‬‬.

    Help ons groeien met jouw ervaring!
    Als klein team met een grote passie voor steden, helpt jouw ervaring ons enorm om te groeien en nog mooiere routes te maken. Zou je een paar minuten willen nemen om een review achter te laten? Dat zouden we fantastisch vinden.

    Nogmaals bedankt en hopelijk tot ziens in een andere stad!

    Groeten, Team Loculy