Welkom bij je Loculy tour!

Wat leuk dat je op pad gaat om de verhalen van deze stad te ontdekken. We hopen dat je zult genieten van de verborgen verhalen, de verrassende weetjes en de levende herinneringen aan het verleden.

Zo werkt het:

📲  Swipe om naar de volgende of vorige locatie te gaan, of gebruik de pijltjes.
📍 Klik op de ‘Route’-knop op elke pagina voor een directe route in Google Maps.
🖼   Druk op een afbeelding om deze te kunnen inzoomen.

Mocht er iets onduidelijk zijn, dan kun je Wouter bellen op ‪+31 646142923‬.

Tijd om te beginnen. Veel plezier!

De Sleutelroute

Hieronder vind je een kaart waarop we voor jou de leukste wandelroute hebben uitgestippeld. De bolletjes geven de locaties van je bestemmingen aan. Je kunt de kaart opslaan op je telefoon, er een screenshot van maken, of terug swipen als je ‘m wilt bekijken.

Leiden Centraal Station

Je startpunt is het Centraal Station van Leiden. Lang geleden, in 1842, kreeg Leiden zijn eerste treinstation. Het station begon als een klein huisje, vlakbij waar nu het Centraal Station is. De eerste trein was pas drie jaar eerder door Nederland gereden, dus dit was erg bijzonder voor de inwoners van Leiden!
Het nieuwe stationsgebouw in 1879.
In 1879 werd er een echte stationshal gebouwd. Nadat het station in 1944 bombardementen had overleefd die waren bedoeld om de Duitse spoorlogistiek te verstoren, werd het gebouw na de oorlog toch gesloopt omdat het te oud werd. De stationshal werd herbouwd, en door de jaren heen werd het station steeds groter en moderner. In 1996 werd het huidige station gebouwd, met veel glas en licht.
De schaatsbaan in Leiden, waar een stroomtrein langsrijdt (rond 1900).
Vanaf het Stationsplein gaan we op weg naar onze volgende bestemming.
Het station in 1968. Het logo van de NS is hier net een paar maanden oud!
Hoofdfoto (bewerkt, Michiel Verbeek): Wikimedia Commons, CC BY-SA 4.0. Foto’s 1879 en 1968: Wikimedia Commons, public domain. Foto 1900: Erfgoed Leiden, public domain.

Molen de Valk

Een stellingmolen uit 1743

Daar staat ze. Hoog boven Leiden, trots en onverzettelijk: Molen de Valk. Al sinds 1743 draait ze mee met de tijd, letterlijk en figuurlijk. Stel je de eeuwen voor waarin deze molen meel maalde voor de Leidenaren, in voor- en tegenspoed. Van beneden lijkt ze misschien gewoon een molen, maar zou je naar boven klimmen, dan zie je Leiden zoals de molenaar het zag: grachten, daken, kerktorens. Een stad die groeit en bloeit.
Molen de Valck (de eerste, lage molen die hier stond) in 1648.
De huidige molen is al de derde molen die hier is gebouwd. In 1611 werd hier een lage, houten molen gebouwd, die de Valck heette. In 1667 moest deze worden vervangen door een hogere stellingmolen, omdat Leiden zo vol werd gebouwd met hoge herenhuizen en andere gebouwen, dat de lage molen te weinig wind ving.

In de 18e eeuw was er een efficiëntere meelproductie nodig door het almaar groeiende aantal inwoners in Leiden. Er werd een nog hogere molen gebouwd, waarin meer maalstenen hun werk konden doen. Dat is de huidige molen de Valk. Ook dit is een stellingmolen; de molen heeft een 'stelling' die het hoge bouwwerk ondersteunt.
De Maresingel in 1771. Je ziet de Marekerk, en de wieken van de (derde) Valk.
Vandaag de dag is de molen een museum, waar je de hele molen kunt bekijken. Je ziet hoe de molen zijn werk deed, maar ook hoe de woning in de molen eruitzag toen de laatste molenaar er nog woonde. Je voelt hier de passie voor het ambacht die het molenaarsvak vereiste. Voor het bezoeken van de molen betaal je entreekosten, maar je kunt de molen ook gratis digitaal 'bezoeken', bekijk daarvoor de opdracht.
De laatste molen de Valk in 1890.
Deze opdracht kun je doen als je genoeg tijd hebt, en de molen niet van binnen bezoekt. Op de website van de molen kun je een 3d-tour doen en door de hele molen wandelen. Druk op de deur van het museum om de molen in te gaan, en volg de icoontjes. In de eerste hal vind je een plaat met een doorsnede van de molen, hier vind je het antwoord op de vraag. Klik hier om erheen te gaan.
Het antwoord op deze vraag vind je in de molen, of in de digitale tour.

Hoeveel verdiepingen heeft de molen?
De molen heeft wel zeven verdiepingen. De bovenste vier verdiepingen waren nodig om de vier koppels maalstenen te kunnen laten draaien.
Voor de maalstenen werd basaltlava gebruikt, een zeer hard vulkanisch gesteente, om slijtage zoveel mogelijk te voorkomen. Maar ook harde gesteenten slijten. Er belandde dus niet alleen meel in het brood, maar ook.. heel fijn steengruis! Dit werd voor lief genomen, maar resulteerde wel op grote schaal in ‘molenaarstanden’; extreme tandslijtage door het gruis in brood en pap dat als schuurpapier werkte.
Afbeelding 1648, 1771 en 1890: Erfgoed Leiden, public domain.

Beestenmarkt

Ooit een veemarkt, nu een bruisend plein met horeca

De Beestenmarkt. Vandaag een levendig stukje stad vol terrassen en gelach, maar luister goed… en je hoort nog de echo van vroeger. Hier, op dit open plein, werden ooit allerlei dieren verhandeld: rundvee, schapen, geiten, paarden, varkens, en daarnaast hooi, stro, leerproducten en zuivel. Hier hing de geur van stro, mest en kaas in de lucht, terwijl handelaren hun koopwaar luid aanprezen.

De beestenmarkt ontstond rond 1660; de stad bloeide eindelijk op na de Tachtigjarige Oorlog, en er was behoefte aan een aparte plek voor de handel in vee. Het werd een van de belangrijkste markten van Zuid-Holland. De ligging aan de Nieuwe Rijn was ideaal; via schuiten over de Rijn konden de dieren makkelijk worden vervoerd. Pas rond 1930 stopte hier de veehandel.
De beestenmarkt rond 1880.
Vandaag de dag hoor je hier het geroezemoes van studenten, reizigers en families die neerstrijken met een kop koffie of een biertje. De horecagelegenheden zijn overigens niet nieuw; waar je nu een kopje koffie drinkt, zaten de veehandelaren eeuwen geleden om de tafel met een borrel om te onderhandelen.
Op dit plein vind je ook de Soups & Salads, waar je nu jouw broodje kunt ophalen als je die erbij hebt gekozen. Ook als je geen broodje hoeft op te halen gaan we vanuit hier verder. Op de zijmuur van Soups & Salads zie je een gevelsteen. Kun je ontcijferen wat er staat? Deze steen is in 1611 ingemetseld en verwijst naar het beloofde land in de Bijbel. Het symboliseert een nieuw begin voor Leiden. De steen is in 1938 gerestaureerd en opnieuw geschilderd.
Rond 1930 verdween de veehandel op de Beestenmarkt. Waarom, denk je?
Hier waren meerdere redenen voor. Bovenal was er de verstedelijking, waardoor kleinschalige boeren verdwenen. Bij de groter wordende boerderijen verliep verkoop via contracten, niet meer via het handjeklap op de markt. Daarnaast verdween de noodzaak voor het trekken van voertuigen door paarden. Verder werd de stad steeds drukker, wat het steeds minder geschikt maakte voor het vervoeren en uitstallen van dieren.
🫱🏻 De “handjeklap” is een nationale en eeuwenoude traditie waarbij verkopers en kopers elkaar in de hand sloegen om een deal te bezegelen. Je ziet het afgebeeld op deze prent uit een prentenboek uit 1863.

“Zie, hoe alles is vol leven!
Elk prijst hier om ’t meest zijn waar;
Hand en handslag wordt gegeven,
Spoedig zijn de koopers klaar.”
Hoofdfoto (bewerkt): Michiel Verbeek, CC BY-SA 4.0. Afbeelding uit 1880 van Erfgoed Leiden, public domain. Prent: uit “De Boerderij” van J. Schenkman (1863), de Koninklijke Bibliotheek, public domain.

Oude Singel

Een gracht met een rijke geschiedenis

We lopen De Oude Singel op. Terwijl je langs het water loopt, zie je de statige herenhuizen die ooit toebehoorden aan rijke kooplieden en regenten. Het ritme van het water tegen de kades is hetzelfde als eeuwen geleden. De gevels fluisteren verhalen van welvaart, van schepen die vol 'laken' en specerijen de stad verlieten.
Een prent van de Lakenhal uit de 17e eeuw.
Al snel zie je aan je linkerhand de Lakenhal. Zie je hoe weinig hier veranderd is t.o.v. de 17e eeuw? Hier werd het 'Leids Laken' naartoe gebracht, gekeurd door keurmeesters, en gedistribueerd. In de middeleeuwen en Gouden Eeuw werd Leiden dankzij het Leids Laken groot, rijk en invloedrijk. Het laken was een dicht geweven wollen stof, een soort luxe woltextiel. In de middeleeuwen stond Leids laken voor topkwaliteit in heel Europa! Het werd gebruikt voor mantels, uniformen en deftige kleding.

Nu zie je hier gezellige bootjes over het water varen, maar een paar eeuwen geleden was dit een drukke handelsroute! Alles wat je maar kunt bedenken werd over het water vervoerd, van laken tot graan, en zelfs vee. De Lakenhal had hier dus een perfecte, strategische plek.
De Oude Singel in 1720. De wandeling gaat zo verder over (een nieuwe versie van) deze brug, en de Marekerk die je hier ziet, zal je zo voorbij lopen.
Zo'n drukke verkeersader door de stad was het overigens niet altijd. Ooit heette deze gracht "De Singel", wat aangeeft dat het een waterweg om de stad heen was. Tot 1659 was dit de oude grens van de stad! Maar Leiden groeide zo hard dat de stad uitgebreid moest worden. Deze singel werd een gracht, en heet daarom nu "Oude" Singel.
De Oude Singel rond 1900, met in het midden het huis op nummer 72.
Leiden in de 16e eeuw, toen de Oude Singel nog de noordgrens van de stad was.
De Leidse lakenfabrikant C.H. Krantz had een goed idee; zijn fabriek produceerde nogal wat hete stoom, en hij bedacht een plan om deze stoom nuttig te hergebruiken. Hij liet leidingen aanleggen naar een naastgelegen pand, en opende hier in 1895 een lucratieve business. Kijk naar het pand op nummer 102. Wat was het briljante idee van meneer Krantz?
Hij opende een badhuis en gebruikte de stoom om het pand en het badwater te verwarmen. 🧖🏼‍♀

(We lopen nu een stukje terug over de Oude Singel, naar de Marebrug.)
Prent Lakenhal (17e eeuw): Stedenatlas De Wit. (de Nationale Bibliotheek), public domain. Prent Oude Singel (J. van Haastert, 1720) en foto 1900: Erfgoed Leiden, public domain.

De Burcht van Leiden

Klein van formaat, groots in betekenis

De Burcht van Leiden is een van de oudste monumenten van de stad, gebouwd op een kunstmatige heuvel die al in de 11e eeuw werd opgeworpen. In de middeleeuwen had de Burcht een duidelijke functie: vanaf de hoge ringmuur hield men de omgeving scherp in de gaten. Hier kon je vijanden vroeg zien aankomen, maar hier werd ook vaak naar uitgeweken als de rivieren overstroomden.
Een gravure: het beleg van Leiden, gezien vanuit de Burcht.
Die strategische rol kreeg nieuwe betekenis in de 16e eeuw, tijdens de Tachtigjarige Oorlog. In 1573-1574 werd Leiden bijna een jaar lang belegerd door de Spaanse troepen. Het volk leed honger, en de situatie leek uitzichtloos. Terwijl de bevolking zich binnen de Leidse muren schuil hield, was de burcht het centrale uitzichtpunt vanwaar je de wijde omgeving en het waterverkeer over de rivieren goed kon zien. Vanaf de muren keek men uit naar hulp die maar niet leek te komen. Burgemeester Van der Werff sprak het volk moed in, en zou zelfs zijn eigen lichaam hebben aangeboden als voedsel, een verhaal dat tot op de dag van vandaag wordt verteld.
Een prent van de Burcht uit de 17e eeuw.
Uiteindelijk brak op 3 oktober 1574 het ontzet van Leiden door: de watergeuzen wisten de stad te bereiken via onder water gezette polders, en brachten haring en wittebrood mee. Die dag wordt nog elk jaar gevierd als Leidens Ontzet.

Sta je nu boven op de Burcht, dan zie je geen soldaten meer, geen hongerige menigte, maar een panoramisch uitzicht over kerktorens, grachten en daken. Toch voel je hier iets van die oude strijd om vrijheid.
Waar of niet waar?

A. De burcht werd gebruikt om met kanonnen de Spanjaarden te beschieten tijdens de Tachtigjarige oorlog

B. Het volk heeft uit wanhoop mensenvlees gegeten om te overleven

C. De watergeuzen danken hun naam aan het brengen van water na het Ontzet van Leiden

D. De heuvel onder de burcht is in de 11e eeuw gemaakt door de inwoners van Leiden
Allemaal niet waar. 🙃 De burcht werd tijdens de Tachtigjarige oorlog alleen gebruikt als strategisch uitkijkpunt. De burgemeester is niet opgegeten, en voor zover we weten andere mensen ook niet. De watergeuzen danken hun naam aan het verplaatsen over water. En daar waren ze heel goed in! Ze hebben zelfs de dijken doorgebroken om de omgeving bevaarbaar te maken, zoals je hieronder kunt zien. En de heuvel onder de burcht is inderdaad in de 11e eeuw gemaakt, maar de stad Leiden bestond toen nog niet! Het is gemaakt als strategisch uitkijkpunt over de rivieren, en een goede plek om naar uit te wijken bij hoog water.
Prent: Stedenatlas De Wit (de Nationale Bibliotheek), public domain. Gravure (Karel Klinkenberg, ca. 1880): Erfgoed Leiden, public domain. Prent Watergeuzen (1576): Wikimedia Commons, public domain.

Hooglandse Kerk

Een 14e eeuwse kerk die nooit is afgemaakt

En dan zie je haar, de Hooglandse Kerk. Majestueus boven de stad, gebouwd op een verhoging alsof ze Leiden wil beschermen. De eerste stenen werden al in de 14e eeuw gelegd, met de ambitie om een enorme kathedraal te worden. Maar het geld raakte op, de plannen bleven onaf… en toch is wat er staat indrukwekkend.
De hoge gotische ramen laten het licht naar binnen stromen, en binnen voel je de stilte van eeuwen. Hier kwamen generaties Leidenaren samen: voor gebed, voor troost, voor muziek. De onafgebouwde delen herinneren ons eraan dat ook grootse plannen soms onvoltooid blijven. Maar juist daardoor vertelt de Hooglandse Kerk een eerlijk verhaal; over dromen, over beperkingen, en over de schoonheid van wat wél bereikt werd.
Prent uit 1675, gemaakt door Cristiaan Hagen.
Het oude orgel van de Hooglandse Kerk is beroemd om zijn prachtige klank. Over dit orgel gaat een verhaal rond in Leiden; soms piepte en floot het orgel op onverwachte momenten. Er werd wel gedacht dat het “de stem van de Heilige Geest” was. Tot ze er, zo zegt het verhaal, achter kwamen wat er aan de hand was. Wat zou het kunnen zijn geweest?
Het orgel bleek een populaire broedplaats te zijn voor vogels. Vogels hadden nesten gebouwd in het orgel! 🪺
Het orgel van de Hooglandse kerk heeft maarliefst 3.607 pijpen! Het orgel is oorspronkelijk gebouwd in 1565, en is sindsdien door verschillende orgelbouwers uitgebreid en onderhouden. 🎵

Nog een weetje: de Hooglandse kerk heet eigenlijk de Sint-Pancraskerk zoals ook op de prent te zien is, maar toen Leiden in 1572 overging naar het protestantse geloof, werden de katholieke heiligenverwijzingen verwijderd. De kerk werd sindsdien de Hooglandse Kerk genoemd, naar de Hooglandse Kerkgracht en de wijk ’t Hoogeland’ waarin ze staat.
Prent: Leiden en Omstreken, public domain

Nieuwe Rijn & Koornbrug

Een brug met een dak?

De Nieuwe Rijn is vandaag de dag een van de gezelligste grachten van Leiden. Vol terrassen, marktkramen en drukke bedrijvigheid. Eeuwenlang was dit de levensader van de stad. Hier kwamen schepen vol goederen binnen, beladen met graan, hout en haring. Het water was de snelweg van de middeleeuwen, en Leiden lag strategisch in het hart van Holland.

Midden over die gracht ligt de Koornbrug, een overdekte brug die in de 17e eeuw werd gebouwd. En die overkapping had een reden: hier werd graan verhandeld. Om te voorkomen dat de zakken met koren nat zouden worden door regen, werd de brug voorzien van een dak. Zo ontstond een soort openlucht markthal, waar handelaren en burgers elkaar ontmoetten. Tot op de dag van vandaag draagt de brug dat verhaal met zich mee.
Een prent van graanhandel op de Koornbrug (ca. 1787), met op de achtergrond de Nieuwe Rijn.
Loop je over de Koornbrug, dan zie je aan beide kanten rijen huizen die vroeger magazijnen en pakhuizen waren. Kijk je naar beneden, zie je de kades waar schippers hun vracht losten. Het is niet moeilijk om je voor te stellen hoe druk het hier ooit moet zijn geweest: het geroep van kooplui, het gekraak van houten schepen, het geschreeuw van lossers.

Vandaag is het beeld anders, maar de essentie hetzelfde. De Nieuwe Rijn en de Koornbrug zijn nog altijd een plek van ontmoeting. Mensen drinken koffie op de terrassen, praten bij de markt, of maken foto’s vanaf de brug. En zo leeft de traditie van handel, drukte en gezelligheid voort – alleen in een moderne jas.
De huidige brug met drie bogen is in 1642 gebouwd. Uit welk jaar dateert de overkapping?
De overkapping is gebouwd in 1825. Je ziet het jaartal op de overkapping staan.
De Koornbrug is niet de enige brug met zo’n sprekende naam. Leiden kent tientallen bruggen, en bijna allemaal vertellen ze iets over het verleden. Neem de Visbrug, waar de vismarkt werd gehouden. Of de Aalmarktbrug, verbonden aan de palinghandel. De Bloemmarktbrug, waar bloemen werden verkocht. En de Langebrug, die simpelweg genoemd werd naar zijn lengte. Zelfs de Rembrandtbrug herinnert aan de beroemdste zoon van de stad. Elke brug was een knooppunt van handel, leven en verhalen.
Prent: Erfgoed Leiden, public domain

Het Stadhuis van Leiden

Een verhaal van verlies én veerkracht

De Breestraat is al sinds de middeleeuwen een van de belangrijkste straten van Leiden. Kwam er koninklijk bezoek, dan werd het gezelschap via de Breestraat door de stad gereden. Hier vind je dan ook het stadhuis van Leiden. Dit was eeuwenlang het kloppende hart van het stadsbestuur en de rechtspraak. De voorgevel, rijk versierd in renaissancestijl, werd in de 16e eeuw gebouwd en was bedoeld om indruk te maken. Wie voor die gevel stond, wist dat de stad zichzelf serieus nam.
Het stadhuis in 1675. Zie je hoeveel er nog hetzelfde is aan de gevel?
Maar achter de prachtige gevel schuilt een verhaal van verlies én veerkracht. In 1929 brak er een allesverwoestende brand uit die bijna het hele stadhuis in de as legde. Alleen de voorgevel bleef overeind, als een soort herinnering aan de grandeur van vroeger. De brand was voor Leiden een enorme klap: eeuwen van geschiedenis en administratie gingen in rook op. (Leidenaren grepen deze kans zelfs aan om een punt achter hun niet meer geregistreerde huwelijk te zetten!)
Koning Willem II (de opa van Koningin Wilhelmina) wordt in 1841 ontvangen met een intocht in de Breestraat.
Toch gaf de stad niet op. Achter de oude gevel werd een nieuw, modern stadhuis gebouwd. Wat je vandaag ziet, is dus een combinatie van oud en nieuw: een historische buitenkant die herinnert aan het verleden, met een binnenkant die de vooruitgang van de 20e eeuw laat zien.

Inmiddels heeft het moderne Stadskantoor veel publieksfuncties overgenomen, en rechtspraak vindt hier niet meer plaats sinds de brand. Maar het stadhuis is nog steeds het politieke en ceremoniële hart van Leiden. Een stille getuige van de Gouden Eeuw in een moderne stad.
Het stadhuis in 1870.
Het was de nacht van 11 op 12 februari 1929. Het was zo koud, dat de kolenkachels ’s nachts aan moesten blijven, anders was het onmogelijk om de volgende dag te werken in het Stadhuis. Helaas is het hierbij vreselijk mis gegaan. De Leidse brandweer moest ’s nachts uitrukken, maar het blussen ging ontzettend moeilijk; het bluswater bevroor zodra het uit de brandweerslang kwam. In de ochtend stond alleen de gevel nog overeind, en deze leek getransformeerd tot een ijspaleis. Je ziet het op de foto’s hieronder.
Prent “Het Raadhuys” (Cristiaan Hagen) | Lithografie 1841 (Arnz & Co) | Foto 1870 | Foto’s 1929: allen Erfgoed leiden, public domain.

Pieterskerk

Het hart van Leiden, al bijna een millennium lang

En dan kom je uit op het Pieterskerkplein. Hier staat de Pieterskerk, gewijd aan Sint Petrus, de heilige die volgens de overlevering de sleutels van de hemel ontving. Kijk omhoog naar de hoge gewelven en je begrijpt meteen waarom dit gebouw eeuwenlang het hart van Leiden was. De oorsprong van de kerk gaat terug tot rond 1100, waarna de huidige laatgotische kerk, zoals we die nu kennen, tussen 1390 en 1565 werd gebouwd.
Een gravure uit 1647, met in de verte (links) de Pieterskerk.
In deze kerk preekten dominees die de stad door roerige tijden heen loodsten, en vlakbij vonden de Pilgrim Fathers (religieuze vluchtelingen uit Engeland) onderdak voordat ze hun reis naar Amerika maakten. Het plein zelf was altijd een ontmoetingsplek voor markten, feesten, bijeenkomsten en vieringen, maar ook voor aankondigingen en rechtspraak. De Pieterskerk en het plein vertellen ons niet alleen over geloof en macht, maar ook over verbondenheid door de jaren heen.

*Tegen entreekosten kun je de Pieterskerk van binnen bekijken.
Tot maart 1512 had de Pieterskerk een toren van wel 100 meter hoog. Tijdens een hevige storm is de toren ingestort, en daarna nooit meer opgebouwd. Op het schilderij hieronder uit 1515 is de toren nog te zien. Wat zie je nog terug uit het schilderij? Kun je zien waar de toren heeft gezeten?
Schilderij (Museum De Lakenhal): Wikimedia Commons, public domain. Gravure (1647): Erfgoed Leiden, public domain.

Eva van Hoogeveenhofje

Op zoek naar kuise maagden

Leiden zit vol met hofjes, en veel daarvan zijn openbaar toegankelijk. De meeste Leidse hofjes zijn gesticht tussen de vijftiende en achttiende eeuw door rijke, particuliere burgers zoals kooplieden of leden uit welgestelde families. De motivatie was vrijwel altijd liefdadigheid. De stichters wilden gratis huisvesting bieden aan minder bedeelden, en deden dat vaak 'uit testament'; de hofjes werden gebouwd van het geld dat overbleef na hun overlijden.

Eva van Hoogeveen stamde uit een zeer invloedrijke en welgestelde Leidse regentenfamilie. Haar vader was een zeer voornaam man in Leiden en bekleedde meerdere belangrijke publieke functies, waaronder die van burgemeester. Eva was een rijke, bewust alleenstaande vrouw.
Een portret van Eva van Hoogeveen.
Ondanks haar rijkdom voelde ze compassie voor vrouwen die het minder breed hadden. In haar testament bepaalde ze dat haar nalatenschap gebruikt moest worden om woningen te bouwen voor vrouwen van veertig jaar en ouder, zonder man om voor hen te zorgen. Eva was zelf een 'kuise maagd', en ze liet dan ook vastleggen dat het hofje bewoond moest gaan worden door 'kuise maagden en eerbare weduwen'. Na haar overlijden in 1652 voerden haar executeurs haar wens uit.
Het hofje aan het begin van de 20e eeuw.
Eeuwenlang, tot aan 1971, was dit hofje een veilige haven voor ouderen en armen, die hier werden voorzien in hun levensbehoeften. Vandaag de dag wordt het hofje bestuurd door een stichting, die het beheer heeft over de bewoners. Het is nu beschikbaar voor iedereen die hier zou willen wonen.
Bekijk de tekening hieronder. Hij is gemaakt in 1787 door een tekenaar die rond deze tijd veel hofjes en gebouwen in Leiden heeft vastgelegd. Vergelijk de tekening met het hofje nu. Wat is er allemaal nog hetzelfde?
👵🏻 Het verhaal gaat dat de regenten tot hun frustratie geen twaalf kuise maagden van 40 jaar en ouder konden vinden in heel Leiden. Ze hebben daarom uiteindelijk de focus verlegd naar de tweede categorie: de eerbare weduwen.

🚪Nog een leuk weetje: de regentenkamer (het vroegere ‘kantoor’) van dit hofje heeft een eigen ingang. Je vindt deze als je het hofje uitloopt en rechtsaf slaat, en bij de Doelengracht weer rechtsaf slaat. Op nummer 7 vind je de deur van de regentenkamer.
Portret Eva (maker onbekend, ca. 1645) | Tekening (Jacob Timmermans, 1787) | Zwartwit foto (fotograaf onbekend, begin 20e eeuw): allen Erfgoed Leiden, public domain.

Je hebt de route voltooid!

Namens het team van Loculy: bedankt dat je met ons op pad bent gegaan. We hopen dat je hebt genoten van de verhalen, de verborgen plekken en de geheimen van de stad.

Mocht je nog vragen hebben of iets willen delen over je ervaring, dan kun je altijd contact opnemen met Wouter: ‪+31 646142923‬‬.

Help ons groeien met jouw ervaring!
Als klein team met een grote passie voor steden, helpt jouw ervaring ons enorm om te groeien en nog mooiere routes te maken. Zou je een paar minuten willen nemen om een review achter te laten? Dat zouden we fantastisch vinden.

Nogmaals bedankt en hopelijk tot ziens in een andere stad!

Groeten, Team Loculy